Rock and Run geschiedenis van een hardloper
Al voelt het als de dag van gisteren, ik ren al weer even rond door ons eigen landje (en soms daarbuiten). Ook schrijven over deze volkomen uit de hand gelopen hobby doe ik inmiddels alweer een paar jaar. Ik krijg de laatste tijd wel weer vaker te horen “van rocker naar runner”, waar komt dat vandaan?
In het begin van deze blog heb ik hier meerdere malen een verhaal of anekdotes aan gewijd. De laatste twee jaar eigenlijk al bijna niet meer. Voor alle lezers die de historie van deze pay off niet kennen, het relaas van “Van rocker naar Runner”.
Er was eens, zo beginnen natuurlijk alle happy ending story’s. Lang, lang geleden, in de tijd dat de politie nog in met Volkswagen kevers rond reed, een jongetje. Dat jongetje wilde graag muziek maken en via diversen muzikale omzwervingen van, piccolo, saxofoon en andere exoten kwam hij uiteindelijk bij een drumstel terecht.
Niets zo makkelijk en tegelijkertijd zo moeilijk als drummen. Makkelijk want je kunt echt binnen no time de meeste grote hits mee spelen (luister naar Billy Jean van wijlen Michael Jackson) Boem, tak, boem, tak. Moeilijk want je raakt nooit uitgeleerd (google Vinnie Colaiuta of Benny Grebb en je snapt wat ik bedoel. Drummen werd mijn passie en er waren tijden dat ik in meerdere bandjes tegelijk speelden. Repeteren deed ik minimaal een uur per dag voor mezelf en dan nog band repetities in schimmige repetitieruimtes en donkere rookhokken. Mooie tijden zeker weten. Ik heb in bandjes gespeeld met succes en zonder succes maar in alle bandjes speelde ik met passie (en vaak veel te snel).
Voor een paar duizend mensen publiek gestaan en ook voor drie en halve paardenkop zoals dat zo mooi uitgedrukt kan worden. Wereldberoemd in Boxtel en geliefd in één kroeg in Schijndel. Gespeeld in het voorprogramma van het destijds razend populaire Belgische Clouseau en gespeeld op ontelbare moeilijk op gang komende feesten. Met optredens die standaard er zo uitzagen, om 5 uur in de avond van huis en om 5 uur in de ochtend weer thuis, totaal gesloopt en net een paar biertjes te veel. Mijn laatste bandje speelde ik 17 jaar in dat was een mooie periode. De laatste jaren waren we een trio en de optredens waren pittig, meestal speelden we bijna 3 uur vol gas met een kleine pauze er tussen. Covers van Muze, Franz Ferdinand, Triggerfinger, The Editors en nog veel meer en alles zo verbouwd dat het een eigen geluid kreeg.
Na jarenlang op hele grote drumkits te hebben gespeeld werden de kits in 30 jaar kleiner. Ik had minder nodig om nog steeds een vol geluid te krijgen en het minder slepen met de spullen was ook een fijne bijkomstigheid. Moet je eens proberen na 3 uur spelen, 1 pakje sigaretten, 12 glazen bier en dan je drumstel weer naar je repetitiehok te slepen (eerste verdieping met de trap). Dus een kleinere kit was meer dan welkom. Toch had dat fanatiek spelen wel wat gedaan met mijn lichaam, door de jaren heen kreeg ik steeds meer problemen met mijn rechter schouder. De laatste jaren was dat zo heftig dat ik na een avondje spelen echt dagen lang pijn had en mijn zoontje niet eens kon optillen. Op het moment dat ik besloot om naar de huisarts te gaan wist ik eigenlijk al dat het niet goed zat. Ik werd doorgestuurd naar het ziekenhuis en na een bepaalde periode lag ik op de operatie tafel. In mijn schouder hadden zich allerlei kalkafzettingen gevormd en dat gingen ze proberen te verwijderen. Helaas pindakaas, dat is dus niet gelukt en ik moest er maar mee leren leven. Drummen heb ik nog kort geprobeerd maar het ging niet meer zo worden zoals het was. Diep verdrietig ben ik gestopt met de band waarin ik 17 jaar speelde, mijn passie kon ik niet voortzetten. Het duurde lang voordat ik het gemis van muziek maken los kon laten.
In ongeveer dezelfde periode was ik ook gestopt met roken en het zal een half jaar later zijn geweest dat ik zo genoeg had van mijn lijf. Ik deed niets (drummen is topsport) en mijn buik bleef groeien. Wat ik niet echt door had, was dat drummen je buikspieren echt in top conditie houd. Daar stond ik natuurlijk nooit bij stil want ik deed dit al vanaf mijn 14de. Mijn buikspieren maakte plaats voor buikvet en mijn zitvlees werd goed gebruikt op de bank. Op een avond was ik er zo klaar mee dat ik een joggingbroek aantrok en mijn basketbal sneakers en zei “nu ga ik hardlopen in het park”. Verbaasd werd er geageerd maar ik ging toch. Ik die nooit had gesport ging hardlopen in het park. Dat park ligt om de hoek en de omtrek bedraagt 1,3 kilometer. Hardlopen was in mijn beeldvorming, hardlopen. Dus je gaat van start zo hard als je kunt en als je het park rond bent ben je klaar. Dat viel even tegen want zo hard als je kunt is sprinten (weet ik nu, toen niet). Dat was geen succes mijn eerste rondje in het park. Toch ging ik de volgende dag weer en luisterde iets beter naar mijn lichaam.
Dat eerste loopje is nu een al lang gelden en ik ben niet gestopt met hardlopen. Sterker nog ik ben blijven gaan en het heeft mijn leven verrijkt. Een drummer ben ik in mijn hoofd nog steeds maar die drummer heeft de hardloper voorrang gegeven.
Van rocker naar Runner, ze leefden nog lang en gelukkig.
Categorieën